Be-oefend

 

"Natuurlijk moet de leraar de wereld kennen om erover te onderrichten, maar om de wereld ter sprake te kunnen brengen en er aandacht voor te kunnen vragen, moet hij/zij ervan houden."

(Hannah Arendt)

 

Op 5 oktober 2007 heeft de Vlaamse Regering ‘Het beroepsprofiel van de leraar’ goedgekeurd. In dit profiel worden alle basiscompetenties op gelijst waarover een leerkracht dient te beschikken om het beroep van leerkracht te mogen en kunnen uitoefenen. De te verwerven competenties worden ondergebracht in tien verschillende functies. Elke functie begint met ‘De leraar kan’ waarna een opsomming volgt van de nodige competenties en kwalificaties die men zich eigen moet maken om de wereld te kunnen onderrichten. Op deze manier wil Vlaanderen haar bezorgdheid uitdrukken om (meer) competente en gekwalificeerde leerkrachten voor de klas te krijgen.

Maar om de wereld ter sprake te kunnen brengen voor de leerlingen en er aandacht voor te kunnen vragen, moet de leerkracht ervan houden. De ‘liefde voor het vak’ vraagt om een liefhebbende verhouding tot de wereld. Een liefdevolle leerkracht verhoudt zich tot de wereld op een aandachtige wijze en wil doorheen deze aandachtige houding de wereld ontsluiten voor de leerlingen. Omdat de liefde voor het vak vaak sterker is dan zichzelf, kan de leerkracht niet anders dan er telkens opnieuw, dag na dag, jaar na jaar, aandacht voor te vragen en ernaar te wijzen. In het opnemen van de verantwoordelijkheid voor de wereld berust precies het gezag van de leerkracht.

Hier hebben we enkele oefeningen opgenomen om zich te oefenen in een aandachtig handelen. Het zijn erg praktische oefeningen die de gelegenheid bieden om zichzelf te vormen en de stileren in een liefdevolle verhouding tot de ander en de wereld. Het gaat hier dus niet om een toepassing van de theorie in een praktijk maar om een vormende of stilerende praktijk van het eigen zelf.  Lees hier meer.

 

Oefening 1: De leerkracht als beginner. Aandacht voor de eigenheid van het schoolse.

Oefening 2: De eigentijdse en oneigentijdse leerkracht. Lezen en noteren wat er staat.

Oefening 3: Registraties van de liefde van het vak. De verhouding tot de materialiteit en de leerstof.

Oefening 4: Registratie van kleine handelingen die getuigen van de liefde voor het vak.

Oefening 5: Gezag als het opnemen van verantwoordelijkheid voor de wereld. Uitgaan van gelijkheid. 

Oefening 6: Het aanleggen van een Logboek. Aantekeningen maken bij je handelen als leerkracht.

Oefening 7: Inspirerende woorden. Gesprek met een (vak/zorg)leerkracht of leerlingbegeleider.

Oefening 8:  Formuleren van handelingsbeginselen.

Oefening 9: Portret van een onvergetelijke leerkracht.

Oefening 10: Digital Story. Presentatie van de liefde voor het vak.

Oefening 11: De leerkracht als opvoeder. Woorden geven aan het pedagogische. 

Oefening 12: De leerkracht als docent. Het onderzoeken van de eigen praktijk als leerkracht.