Ver-woord beginning with D

verklarende woordenlijst
Klik op een van bovenstaande letters om de lijst te krijgen met termen die beginnen met deze letter.
Denken

 
Als hij denkt, past hij niet slechts een aantal cognitieve methoden of bepaalde wetten en regels toe om op elke vraag een antwoord te (kunnen) vinden. Evengoed is denken bij hem niet enkel gericht op het produceren van kennis. Neen, als hij denkt – en je ziet het echt aan hem – dan doet hij iets: het is voor hem meer een activiteit dan iets dat zich enkel in zijn hoofd afspeelt. Meer in het bijzonder is het voor hem een activiteit waarbij hij in gesprek gaat met zichzelf, of, zoals kleine kinderen vaak zeggen: in gesprek met dat stemmetje dat zich in zijn hoofd bevindt. Hoe kan ik dit nu precies oplossen? Heb ik de les wel goed aangepakt? Zou ik misschien de banken in de klas wat kunnen verplaatsen? Wat is het nu precies dat chemie zo’n geweldig interessant vak maakt? Het zijn maar een paar voorbeelden van vragen die hem aanzetten tot denken, tot dat gesprek met zichzelf. In dit denken is hij thuis bij zichzelf, maar is ook de wereld steeds tegenwoordig. Iets in de wereld (moleculen, banken, lessen, …) daagt hem uit en stemt tot denken. 

Discipline

 
Ze vindt discipline uitermate belangrijk – hoewel ze weet dat als ze dat woord uitspreekt, sommige collega’s al meewarig met het hoofd beginnen te schudden: wat een oubollig taalgebruik! Maar wanneer ze dan uitlegt wat ze precies bedoelt, geven collega’s toch vaak toe dat ze een punt heeft. Veel van haar collega’s dachten eerst dat ze bedoelde dat ze haar leerlingen probeert regeltjes, bevelen of voorschriften op te dringen; dat ze dit en dat allemaal niet mogen doen, of dat er anders iets zou zwaaien. Telkens wanneer ze deze uitleg hoort, probeert ze de zaken helemaal om te draaien, en legt ze uit dat het haar niet gaat om het uitoefenen van dwang of om een of andere machtshouding. Eerder dan dat, ziet ze discipline als het kunnen gehoor geven aan iets of, misschien nog preciezer, als het kunnen luisteren naar iets. Met de term discipline bedoelt ze de regels en gewoonten die belangrijk zijn opdat haar leerlingen de aandacht kunnen houden op een bepaald onderwerp. Die regels en gewoonten zijn dus helemaal geen dwang van buitenaf, zo zegt ze, maar eerder een hulpmiddel om zichzelf (als leerkracht) of haar leerlingen en kinderen de ruimte te geven zich met iets te kunnen inlaten. Als ze de aandacht van haar leerlingen wil trekken op een tekst, moet alles van de bank wat kan afleiden: geen rekenmachine voor de les wiskunde, het handboek voor Frans moet de boekentas in alsook dat vriendenboek dat de klas rond gaat. Net zoals ook de vragen over de komende toets, moeten wijken voor later: nu alle concentratie op de tekst. Op die manier wil ze ruimte en tijd bieden om ergens mee bezig te kunnen zijn. Ook voor haarzelf is ze erg gedisciplineerd. Zo kan ze zich maar helemaal richten op het lezen van een tekst als ze haar computer eerst even afsluit en de deur dichtdoet. Discipline, niet alleen naar haar leerlingen, maar ook zelf-discipline: ze legt zichzelf bepaalde regels op om gehoor te kunnen geven aan iets en om bij de les te kunnen blijven. Bovendien houdt ze zich, zo goed en zo kwaad als dat lukt, vast aan een bepaald ritme, cadans, structuur of dagorde die voor haar en haar leerlingen disciplinerend werkt: ze begint de les steeds opnieuw met het invullen van de agenda. Nadat ze twee minuten de tijd heeft gegeven om die op te bergen en het handboek klaar te leggen, overloopt ze kort de vorige les waarbij ze steeds twee of drie leerlingen ondervraagt.